Vincent, Henri en de Groene Fee

In 1887 schilderde Henri de Toulouse – Lautrec een portret van zijn goede vriend Vincent van Gogh zittend aan een cafétafeltje achter een glas absint. Van Gogh was eind februari een jaar eerder naar Parijs gekomen om zijn droom kunstenaar te worden verder te verwezenlijken. In het atelier van Fernand Cormon waar hij vrije lessen teken- en schilderkunst volgde, ontmoette hij Henri met wie hij meteen een verwantschap voelde. Beide kunstenaars vielen ieder op hun eigen manier buiten de maatschappij. Van Gogh door zijn ogenschijnlijk psychische aandoeningen, Toulouse - Lautrec aanvankelijk vooral vanwege zijn lichamelijke gebreken. Laatstgenoemde leed hoogstwaarschijnlijk aan de zeldzame aandoening pycnodysostose waardoor hij slechts 1.52m. groot was.

7ef145f6-52ed-43d7-9bfe-eadfb23db76djpg 8cbe4424-b530-476f-ba35-fca8c4c4d3a2jpg

Henri de Toulouse-Lautrec, Portret van Vincent van Gogh, 1887

Van Goghmuseum Amsterdam

 

Vincent van Gogh,In het café: Agostina Segatori in Le Tambourin, 1887

Van Goghmuseum Amsterdam

 

Van Gogh was in Parijs bij zijn broer Theo ingetrokken en gezamenlijk verhuisden zij naar de Rue Lepic in de kunstenaarswijk Montmartre op een steenworp afstand van het atelier van Toulouse-Lautrec maar ook dichtbij alle verleidingen die het bruisende Parijs te bieden had. In de buurt bevonden zich beroemde maar ook beruchte cafés als Au Lapin Agile, Le Chat Noir, Café de la Nouvelle Athènes en Le Tambourin. Al deze gelegenheden hadden met elkaar gemeen dat zij regelmatig door de diverse Parijse kunstenaars bezocht werden en ook in vele schilderijen vereeuwigd zijn. Van Gogh schilderde bijvoorbeeld café uitbaatster Agostina Segatori in haar Le Tambourin aan de Boulevard de Clichy. Van Gogh bezocht dit café regelmatig en exposeerde er zijn eigen werken maar organiseerde daar ook een tentoonstelling van zijn geliefde Japanse prenten. Bovengenoemd portret dat Toulouse-Lautrec van Van Gogh maakte, is ook in Le Tambourin gemaakt.

 

  1b96984d-560b-45f3-b35a-5e7d100467d5jpg 248e879b-0ba4-4800-b1c8-7afe223dabb4jpg

 

Zoals eerder genoemd, zit Van Gogh op het portret achter een glas absint. Deze sterkedrank was eind negentiende eeuw één van de grote inspiratiebronnen onder kunstenaars. Aan deze drank werden hallucinerende krachten toegekend die men weet aan het gehalte Thujon in de drank. Door deze vermeende hallucinerende werking kreeg de drank de mythische bijnaam de Groene Fee. Van het inschenken van de absint werd een ritueel  gemaakt waardoor de drank een bijna sprookjesachtig karakter kreeg. Men vulde een glas voor ongeveer een derde met absint. Op dat moment was de drank nog felgroen gekleurd (in de meeste gevallen). Vervolgens werd op het glas een zogenaamde absintlepel (een opengewerkte lepel) geplaatst met daarop een suikerklontje en werd al dan niet gebruik makend van een absintfontein ijswater langzaam over het suikerklontje uitgegoten totdat het glas bijna geheel gevuld was. Hierdoor veranderde de kleur van de absint in een melkachtig groen. Door de vermenging met suiker verloor de absint ook haar bittere smaak. Zowel Van Gogh als Toulouse-Lautrec waren grote liefhebbers van de Groene Fee. De intens gele kleuren die Van Gogh in zijn late werk toepaste, wordt zelfs wel eens aan het gebruik van absint toegeschreven. Toulouse – Lautrec was zelfs een dusdanige liefhebber van deze en andere sterkedranken dat hij in zijn wandelstok een glas en drankreservoir bewaarde, zodat hij zijn favoriete dranken altijd bij de hand had. Toulouse-Lautrec vermengde zijn geliefde absint in plaats van met water met cognac en creëerde zo de cocktail Tremblement de Terre (de aardbeving). De naam voorspelde al wat het effect op de drinker zou zijn. Maar was absint nu werkelijk zo hallucinerend? Het antwoord daarop is tweeledig. In absint zit inderdaad de stof thujon (afkomstig uit de absint-alsem) en in grote hoeveelheden is dit een hallucinerende stof. Het gehalte thujon in absint is en was echter niet voldoende om daadwerkelijk bedwelmd van te raken. Wat wel bedwelmend was, was het alcoholpercentage dat kon oplopen tot wel 74 % en dat was waarschijnlijk de reden waarom zoveel kunstenaars zowel geïnspireerd raakten door de Groene Fee als er uiteindelijk door geruïneerd werden. In dat geval veranderde de Groene Fee in de Groene Heks.