Grenzeloze liefde voor de kunst: William en Anna Singer

Op 26 juni 1895 trouwden de Amerikaanse William Henry Singer jr. en Anna Spencer Brugh. William was de welvarende zoon van een staalmagnaat. Hij had echter meer interesse in de kunst dan in zaken. Wanneer zijn vader in 1900 het bedrijf verkoopt, betekent dit voor William (financiële) vrijheid en kan hij zich volledig op zowel het schilderen als het verzamelen van kunst toeleggen. Het echtpaar Singer zou kinderloos blijven maar kort voor de dood van William zou Anna in 1942 in haar dagboek over hem schrijven: “Your Art was our child, beloved by me from the moment we together gave it its chance to grow and mature”1

Zoals veel Amerikaanse kunstenaars, vertrokken ook William en Anna naar Europa, in eerste instantie naar kunsthoofdstad Parijs. Daar schreef William zich in het najaar van 1901 in aan de onafhankelijke en progressieve Académie Julian, een opleiding die populair was onder modern georiënteerde kunstenaars en bezocht werd door internationale studenten.

Het volgende voorjaar besloot het echtpaar Singer de zomer door te brengen in het pittoreske Laren. Het lijkt een opmerkelijke keuze te zijn omdat de meeste Parijse kunstenaars kozen voor een zomers verblijf in Normandië, in het voetspoor van de beroemdste impressionist Claude Monet. William had echter een grote voorliefde voor de Nederlandse kunstenaars van de Haagse School en was een bewonderaar van de schapenschilderijen van Mauve, zoals ook blijkt uit de schetsen met schapen die Singer zelf in deze periode maakte. Tel hierbij op dat de Larense kunstenaars immens populair in Amerika waren en Laren is een logische keuze voor een zomerverblijf.

William en Anna waren van plan alleen de zomermaanden van 1902 in Laren door te brengen. Als onderkomen kozen zij voor het centrum van de Larense kunstwereld: het inmiddels mondaine Hotel Hamdorff. De aanvankelijke drie maanden zouden uiteindelijk een jarenlang verblijf worden (afgewisseld met perioden in onder meer de VS, Noorwegen en Parijs). Jaren waarin de Singers vriendschap sloten met veel kunstenaars van wie zij ook werken begonnen te verzamelen. De kerncollectie van het huidige Singer Museum werd gevormd door werken aan te kopen van onder meer Albert Neuhuys, Hein Kever en Evert Pieters. In 1903 verruilden de Singers het hotel voor een woning met atelier aan de Oude Naarderweg, later gevolgd door de in 1911 gebouwde villa De Wilde Zwanen aan de Oude Drift, het huidige Singer Laren.

Hoewel het aanvankelijk Mauve’s schapen waren geweest die William hadden aangesproken, bleek het Nederlandse landschap te vlak en ingetogen voor hem. Zijn grote inspiratie zou hij vinden in de overweldigende Noorse landschappen. Zodra hij de Noorse kunst zag, zou hij hebben uitgeroepen: “Anna, I have found my country.” 2 Vanaf 1903 zouden de Singers veel in Noorwegen verblijven waar zij ook een eigen woning hadden.

In Nederland zouden zij echter onlosmakelijk verbonden blijven met Laren, de plaats waar zij ook regelmatig naar zouden terugkeren. Dit werd extra versterkt toen Anna na de dood van William in 1943 zocht naar een manier om haar man permanent te herdenken. Dit leidde uiteindelijk tot de oprichting van de Singer Memorial Foundation. In 1956 opende in Villa De Wilde Zwanen het museum annex concertzaal, een unieke combinatie van de beeldende en uitvoerende kunsten. Tot op de dag van vandaag worden zowel William als Anna herinnerd vanwege hun artistieke nalatenschap, een culturele erfenis die door blijft groeien getuige de recentelijke grote renovatie van het Singer en de toekomstige uitbouw in de vorm van de Nardinc vleugel om de geschonken collectie van Els Blokker-Verwer te huisvesten.

Bent u geïnteresseerd in de ontstaansgeschiedenis van het Singer Museum en vier andere museale collecties, dan is de cursus Wie het kleine niet eert 2 een aanrader voor u.


Afbeelding: Ewald Mataré, Grazende Koe, 1930, te zien tijdens de tentoonstelling Duitse Expressionisten uit het Museum Ostwall in Dortmund, tot en met 25 augustus 2019 te zien in Singer Laren.

1 Geciteerd in Schretlen. H. (red), Loving Art The William and Anna Singer collection, Waanders Zwolle, 2006, p.40

2 Idem, p. 56